> Oefeningen: Veeltem versus Veeltermfunctie (sectie 4)

Oefeningen: Veelterm versus Veeltermfunctie (sectie 4)

Klik op het kleine balletje dat naast het goede antwoord staat.

De volgende veeltermen liggen in Z/3Z[x]: f0=(1-x)(x-2), f1=x(2-x), f2=x(1-x). Elke veeltermfunctie p:Z/3Z ->Z/3Z is te schrijven als een lineaire combinatie van f0, f1 en f2.

Waar.
Onwaar.

Hoeveel verschillende veeltermfuncties zijn er van Z/3Z naar Z/3Z?

33
32
1+32+33
2·32

De bij de veelterm f=X4+3X2+4X in Z/7Z[X] behorende veeltermfunctie is de nulfunctie

Waar.
Onwaar.

Welke van de onderstaande waarden is een nulpunt van de veelterm X3+2X2-2X-3 in C[X].

i
1+i
17
3

Van een veelterm a in R[X] met graad 3 is bekend dat a(0)=1, a(1)=3, a(2)=5. Wat is de som van de coëfficiënten van a?

2
3
9
25

Here you'd have seen an applet if your browser supported Java