De beeldruimte C van deze afbeelding is een lineaire
deelruimte van de vectorruimte S: als x en y tot de
beeldruimte behoren, dat wil zeggen van de vorm x=ag+(Xn+
1) en y=a'g+(Xn+
1) zijn, dan is x+y=(a+a')g+(Xn+
1), en dus een element van de beeldruimte; wegens cx=(c a)g+(Xn+
1) voor alle c
Z/2Z, behoort
ook elk scalair veelvoud (dit zijn er maar 2!) van een element uit de beeldruimte
zelf weer tot de beeldruimte.