>Oefeningen: Veeltermen (sectie 1)

Oefeningen: Veeltermen (sectie 1)

Klik de kleine balletjes aan die naast het goede antwoord staan.

De volgende drie vragen gaan over de volgende veeltermen: 9x2+x, 8x3-9x, 3x2+23.

Hoeveel verschillende monomen zie je?

3
4
5
6

Hoeveel verschillende coëfficiënten zie je?

3
4
5
6

Hoeveel verschillende polynomen zie je?

3
4
5
6

Wat is het product van het polynoom 1+x+x2 en 1-x?

1+x+x2-x3
1+x-x2-x3
1-x
1-x3

Wat is de som van de volgende twee polynomen, modulo 7? 1+3x+13x2-8x3-2x4 en 6-x+11x2+3x3+15x4

2x+3x2+2x3+6x4
1+2x+3x2+4x3+6x4
2x-3x2-3x3+6x4
2x+2x2+4x3+4x4

Een van de onderstaande veeltermen is een constant polynoom, welke?

(1+x)2
(1-x)3+(1+x)3
(2x-1)2-2(1-x)(3-2x)-6(x-2)
(1+x+2 x2)3- 8(x3-1)2

Werk alle haakjes weg uit: ((1+x2)3)*((1+x3)2).

1+x6
1+3x2+2x3+3x4+ x6
1+x2+x3
1+ 3x2+ 2x3+ 3x4+ 6x5+ 2x6+ 6x7+ 3x8+ 2x9+ 3x10+ x12

Het product van twee polynomen is alleen dan gelijk aan hun hadamard product als het constante polynomen zijn.

Waar.
Onwaar.

Here you'd have seen an applet if your browser supported Java