Opgave

Laat R=Z/(2) en d=X4+X+1. Bewijs dat voor de restklasse van X in R[X] geldt:

15=1.

Opgave

Bepaal een representant van graad kleiner dan 5 van de klasse van het element

(1 + X2)(1 + X3)(1 + X4 )(1 + X5)
uit de restklassenring Q[X]/(X5).