De stelling laat zien dat elk element ongelijk 0 in S=(Z/pZ)[X]/(d) (met d irreducibel) tot de macht q-1 gelijk is aan 1.
Een element van S waarvoor geen kleinere (positieve) macht 1 oplevert, noemen we primitief. In het algemeen heet het kleinste positieve getal l met al = 1 de orde van a. Een element is dus primitief als zijn orde q-1 is.
Feit
|