Sectie 2.5
Radar detectie


Door, bij gebruik van radar, in plaats van één signaalstoot met een vaste frequentie, n in frequentie verschillende signalen op n verschillende opeenvolgende tijdsintervallen uit te zenden. kunnen we grotere nauwkeurigheid over het te peilen object verkrijgen. Daartoe moeten we een optimaal patroon voor het uitzenden van de signalen zien te vinden. Dit patroon wordt bepaald door de keuze welke frequentie op welk tijdstip wordt uitgezonden. Het discreet-wiskundige model voor dat patroon formaliseren we als volgt.


Definitie

Een detectiepatroon van dimensie n is een vierkant van gehele punten in het platte vlak zó dat in elke rij en in elke kolom één punt zwart is en alle andere wit. De overlap van een detectiepatroon D is het maximale aantal zwarte punten dat D met een echte verschuiving over een gehele vector gemeen heeft.

Er zullen altijd verschuivingen zijn die ten minste één zwart punt gemeen hebben met de oorspronkelijke: verschuif een zwart punt van het ene patroon maar naar een ander zwart punt.


De vraag is nu of we voor elke dimensie een detectiepatroon met overlap 1 kunnen vinden.